Maliën is een vlechtwerk van ijzeren ringetjes. Maliën werd eeuwenlang op veel verschillende manieren toegepast bij wapenuitrustingen.

Tijdens de workshop maliën maken, gaan we in principe aan de slag met de ongeklonken versie. Op verzoek is de geklonken versie mogelijk. Stap voor stap leer je het samenstellen van een stukje maliën. Tegelijkertijd vertellen wij veel wetenswaardigheden over maliën, het gebruik en over andere benodigdheden voor een goede wapenuitrusting.

Zo waren er maliënkappen om het hoofd te beschermen, maar ook handschoenen van maliën en hemden van maliën die maliënkolders worden genoemd. Maliën maken is een vak apart waar je vooral veel geduld en vingerkracht voor nodig hebt. Er zijn verschillende manieren om maliën te maken. Bij echte dure en stevige exemplaren maliën worden de ringetjes aan elkaar geklonken met kleine klinknagels. Dit heet dan ook geklonken maliën. In een maliënkolder zitten ongeveer 40.000 ringetjes en het weegt al gauw 20 kilogram.

De voorganger van een maliënkolder in de Laage Landen en bij de Vikingen is de byrnie. Dit is een eenvoudig tot de knieën reikend hemd dat is bekleed met hoornen of metalen schubben. Deze zijn dakpansgewijs aan het leren onderkleed bevestigd. In de 8ste en 9de eeuw is deze bepantsering nog voldoende. Al in de tijd van Karel de Grote droegen de ridders tijdens de strijd een maliënkolder.

De maliën zijn verscheidene eeuwen de belangrijkste bepantsering van de krijgsman. De harnassen van zware en grote metalen platen ontstaan in de 12de eeuw, als men meer bescherming wil tegen wapens met spitse punten, zoals pijlen en hellebaarden. Door deze voortdurende veranderingen bestaat er eigenlijk geen gelijkvormige bewapening op enig tijdstip. Verouderde en aan de nieuwe eisen destijds aangepaste bewapening bestaan naast elkaar. Te meer, omdat ijzer een dure grondstof is en vaak wordt hergebruikt. Ook is er een groot verschil tussen de
ridder, meestal van goede komaf, en de eenvoudige (boeren) soldaat. De maliënkolder is dus geen typisch middeleeuwse uitvinding. Reeds de Romeinen kennen de maliënkolder als “”lorica hamata”” en zelfs tot de Napoleontische oorlogen (begin 1800) werd maliën gebruikt.